VOORUITGANG EN VERMAAK

Die Speedy Gonzales, dat is toch een echte topmuis. Met zijn kracht, zijn vernuft en zijn snelheid staat hij altijd op de bres voor zijn vrienden. En hoewel zijn bestaan een aaneenschakeling is van schermutselingen met allerlei katten die hem naar het leven staan, is hij steeds opgeruimd in zijn gemoed. Gerechtigheid en vreugde zijn aldus de twee begrippen die hij hoog in zijn vaandel voert.
Eigenlijk is er geen enkele kat opgewassen tegen dat radde knaagdier. Als er bijvoorbeeld een kat een lading dynamiet handig heeft verstopt in een bol kaas dan komt die schrandere Speedy er heus wel achter, gaat aan de haal met de kaas en zorgt er bovendien voor dat die bom in het gezicht van de kat zelf ontploft.
Kortom, petje af voor jou, Speedy en ik hoop dat je nog in lengte van dagen met je dolle avonturen de kinderen en de volwassenen zult blijven vermaken. Bedankt dus, Speedy !
Dat was de conclusie die ik trok uit het bekijken van de film Gonzalez trekt van leer tegen Escobar, de onrechtvaardige kater.
Ik bevond me op dat ogenblik in bioscoop Vooruitgang en Vermaak, in Ertvelde. Naast mij zat die goeie, ouwe Tup, mijn neefje. Die had ik voor zijn tamelijk goede rapport op een filmavondje getrakteerd. Die film met Speedy, dat was pas het opwarmertje. De hoofdfilm heette Willy de walvis en handelde over de vriendschap van een jongetje met een wat zielige, maar brave walvis die in een pretpark allerlei kunstjes diende te verrichten voor een op sensatie belust publiek. Die walvis dreigde bovendien door de boosaardige pretparkeigenaar gedood te worden omdat die zat te vlassen op een verzekeringspremie die hem in het geval van het overlijden van zijn walvis te beurt zou vallen. Een tragisch verhaal dat van lieverlede almaar schrijnender werd.
Tup, hoewel hij zich kranig trachtte te houden, zette het aldra op een janken en toen ik de tranen over zijn wangen zag bollen, was ook bij mij het hek van de dam. Zie ons hier nu zitten, dacht ik vertwijfeld, twee huilende mensen in een duistere zaal, ergens te velde. Waarom is alles toch zo ellendig, waarom is er zoveel leed in de wereld dat bovendien vermeden zou kunnen worden ?
Was ik maar nooit zanger geworden, dacht ik toen. De concurrentie is moordend. In dit woedende tijdsgewricht is er geen plaats meer voor zangers van gevoelige luisterliederen.
Waar moet het in godsnaam allemaal heen ?
Plots wist ik wat me te doen stond. Ik moest trachten nog één lied te maken dat alle andere zou vervangen. Het zou moeten gaan over een walvis die, uit zee verdwaald, in een duistere nacht de binnenwateren van Gent was ingezwommen en over hoe ik alleen, terugkerend van een dwaas feest dat me bedroefd had gemaakt, hem daar toen vertwijfeld had zien rondzwemmen en hoe ik hem toen de weg had gewezen naar zee ( volg de Brugse Vaart ! ), en over hoe ik mijn avontuur de volgende dag aan de mensen vertelde en over hoe niemand me toen wou geloven en dat aldus de enige heldendaad die ik ooit pleegde, nooit zou worden geboekstaafd en nooit zou voortleven in de herinnering van de mensen. Aldus zou het lied een allegorische weergave zijn van het thema Verschuivende realiteit, ruimte en interactie, een thema in is, draai of keer het zoals je wil.
Na de film, die gelukkig nog goed afliep, ging ik tevreden en hoopvol naar bed en droomde ik over allerlei dieren.

LUC DE VOS