EEN BOM GELD
Er is weer een bom geld verdiend in de amusementsindustrie het afgelopen jaar. En zoals altijd diende ik mij tevreden te stellen met de kruimels die van tafel vielen.
Weest gerust, ik ben daar tevreden mee. Ik ben niet in de muziek gestapt om geld te verdienen. Neen jongens, dat was het verste van mijn gedachten. Ik zat op mijn kamertje wat liedjes te maken en te dromen dat ik ooit een wereldster zou worden. Dat was in wezen de schoonste tijd van mijn leven. Ik kan beter leven met de droom dan met de werkelijkheid. Want toen ik dan werkelijk ook de volkszanger werd die ik nu ben, opende ik als het ware een doos van Pandora die ik beter dicht had gelaten. Al die miserie! U kent dat wel: muzikale meningsverschillen, gezeik met mensen van platenfirma’s die mij niet begrepen of die mij niet wilden begrijpen, gemiste kansen, und so weiter. En geld overboord gegooid, ja, veel schoon geld. Platenfirma’s die studio’s en rekeningen van het restaurant voor ons betaalden en die we nadien moesten terug betalen, dat soort miserie. In wezen ben ik te dom en te naïef om in de muziekwereld te overleven. Misschien ben ik wel te dom om in deze samenleving überhaupt te overleven, maar dat is een andere discussie. Daar schrijf ik ooit wel een keer een roman over.
Maar goed, ik ben nu eenmaal de zanger die verguisd en aanbeden wordt door velen en ik mag tot nader order overal mijn liedjes gaan spelen in allerlei zalen en de mensen willen er nog naar luisteren ook. Is dat niet wonderful? Dat is allemaal meegenomen, zeg ik. En ze willen er zelfs nog voor betalen! Ook dat is meegenomen. En heb ik op het eind van de avond na alweer een feestgelag nog geld over om morgen een brood en honderdvijftig gram krabsla te kopen, dan noem ik dat een geschenk van de goden. Is het niet heerlijk zulk een bestaan te kunnen leiden? Ik voel mij de koning te rijk, echt waar.
Maar zoals ik zei, er worden wel degelijk pakken poen geschept in de showbusiness, zelfs en vooral hier binnen het Vlaamse showbizzgebeuren, u hebt er geen gedacht van. Vroeger waren de Vlaamse artiesten allemaal contente, hardwerkende mensen zoals ik. Kleine middenstanders die blij waren dat ze rond kwamen op het einde van de maand en verder nergens over zeurden. De enige artiest hier in Vlaanderen die geld had, toen al in de jaren zestig en zeventig, dat was Will Tura. Ik weet nog dat ik hem als kleine jongen op de televisie zag, op zijn trouwdag, en toen reden ze in een witte Caddilac. Maar dat kan dus ook gewoon een ceremoniewagen geweest zijn die Will gehuurd had. Misschien reed hij in zijn vrije tijd ook gewoon met een Opel Kadet.
Kortom, het was armoe troef bij de artiesten in die tijd. Maar ze waren content. Kent u ze nog: Marva, Samantha, Ingriani, Ronny Temmer, Mark Dex? Sic transit gloria mundi!
Tien jaar geleden is het dus beginnen veranderen met de komst natuurlijk van VTM. Het succes van bijvoorbeeld K3 leek eerst nog gewoontjes. Ze boerden goed en ze konden zich al een keer een nieuwe Opel Kadet veroorloven. Een jaar later kwam de eerste BMW in zicht. Ze konden hun eigen ogen niet goed geloven. Hoe was het mogelijk, hier in het kleine Vlaanderen dat iemand uit de showbusiness of iemand van de televisie met een BMW reed? Ja, plots was dit mogelijk geworden. We hadden jarenlang in de middeleeuwen geleefd, en nu was het hek van de dam.
En die platen die blijven maar verkopen en die winsten die blijven maar stijgen. Met honderdduizenden komen ze er op af in het sportpaleis, op Clouseau en op Helmut Lotti en Dana Winner en de Night of the Proms en het Swingpaleis. Er wordt poen verdiend dat het niet schoon meer is. Vorige week op televisie in het amusementsnieuws, ik had er nog nooit van gehoord: de grootste klassiekers uit de Disneyfilms, uitgevoerd door tal van Vlaamse artiesten, Paul Michiels onder andere: het sportpaleis twee keer uitverkocht!
Bij dat soort mensen moet langzamerhand het besef beginnen groeien dat de sky werkelijk de limit is. Nu gaat het niet meer om een nieuwe BMW en een appartement op de zeedijk in Knokke, nu komt een andere dimensie aan bedragen in zicht, dit begint te ruiken naar een kasteel in Toscane en een jacht in Monaco. Zover is het gekomen. En hoe komt dat denkt u, dat de artiesten vroeger allemaal gewoon hun boterham verdienden en nu wanstaltig rijk aan het worden zijn? Omdat de mensen zelf allemaal rijk zijn natuurlijk. De mensen zitten de helft van de tijd in het pretpark of op restaurant of in het sportpaleis. Zolang ze maar lol hebben en hun geld door vensters en deuren kunnen smijten. Is daar iets op tegen? Neen, natuurlijk niet. Maar dan moeten ze niet komen zagen dat het crisis is, vind ik.
LUC DE VOS
Comments are closed.