DE HARDWERKENDE VLAMING

Eindelijk zijn de septemberse feesten afgelopen. Jongens, wat ben ik blij. Ik kon immers niet meer. Ik was compleet zot geraasd.

Dit weekend nog 25 jaar Vooruit gevierd. Hield het dan nooit op? In de buurt waar ik woon vonden een paar buurtbewoners dat het hier na de Patersholfeesten en de Lokerse feesten nogal kalm was in augustus, en ze spraken tot elkander: ‘Zeg, zouden we hier in het park aan de Visserij geen feesten houden, dan kunnen we lol trappen en ons inmiddels amuseren.’ En ze kregen er van de stad Gent nog subsidies bovenop om een bierkar en een paar plastieken kinderzwembadjes te huren want dat is altijd lollig om in te springen als ge zat zijt en de kinderen al naar huis zijn. Ik zei nog: ‘zijt u allen zot geworden, u gaat toch niet weeral beginnen? Ik ben moe, zo moe. Rust wat uit, spaart u wat, de septemberse feesten gaan beginnen, u weet wel, Odegand en de Coyendansfeesten en de ajuinfeesten en Belfortkermis.’ Maar het was reeds te laat, ze hadden mij al meegesleurd in het feestgedruis. En zo komt het dat ik op de foto’s die op die feesten werden gemaakt afgebeeld sta in mijn onderbroek, zittend in een kinderzwembadje, met in mijn ene hand een gebraden everzwijnenbil en in mijn andere een fles chocomelk. Hetgeen schandalig is, want ik eet anders nooit everzwijn met chocomelk. Die combinatie is zeer ongezond. Bij everzwijn hoort een koel glas wodka-Redbul.
Op den duur is het hier in Gent gelijk in het Romeinse rijk. Daar hadden ze ook meer feestdagen dan werkdagen. Geef de mensen een hand en ze pakken een arm. Zo is het wellicht begonnen bij de Romeinen: ze vroegen aan de keizer of ze op vrijdagavond niet wat vroeger naar huis mochten omdat ze wat later begonnen waren die dag. En op den duur legden ze op vrijdagmiddag de riem er al af en voor u het wist kwamen ze die dag niet meer opdagen want het was toch de moeite niet meer om te komen voor die paar uurtjes en dan wilden ze ook nog de feestdag van de godin Vespa vieren en ook die van de god Polyphonius en aldus is het Romeinse rijk ten gronde gegaan in het jaar 476. Ze hebben het dus toch nog meer dan duizend jaar volgehouden want ze waren er mee begonnen in 753 voor Christus. Ik zou dus zeggen: een dikke proficiat, Romeins rijk! Goed gedaan, jongens. Zo erg is het nu blijkbaar ook weer niet, al die feestdagen en die verlengde weekends. Ik ben ook een tegenstander van de mythe van de hard werkende Vlaming. Laat de mensen toch in hun bed liggen, dan doen ze geen ander kwaad. Zoals ik zei, de hard werkende Vlaming, dat is een mythe. Ik ken niemand die hard werkt, zeker niet in het perspectief van de geschiedenis of in vergelijking met minder fortuinlijke mensen elders op de wereld. Wat de mensen honderd jaar geleden allemaal gewrocht hebben, louter om in hun fysieke bestaan en dat van hun kinderen te voorzien, dat tart elke verbeelding. En ongelukken dat er vroeger gebeurden! Al mijn voorouders zijn ofwel van een hooizolder gevallen ofwel geveld door een uitgebroken zeug ofwel vermalen door een stoommachine in de fabriek. En ik heb onlangs nog op televisie verre broeders van ons gezien die in kopermijnen de hele dag bakken met modder sleuren en content zijn met een gestoofde bavianenpoot en een lauwe Redbul, want een frigo bezitten ze niet. In vergelijking daarmee doen wij niets en verdienen wij bakken met geld. Misschien moet daar dringend een keer verandering in komen. Eerst dient nog een belangrijke staatshervorming te worden afgerond maar dan gaan we iets doen aan die ongelijkheid in de wereld, afgesproken?
Wat doen de mensen eigenlijk? De meeste mensen zitten op een bureau en ze tikken op een klavier. Ik heb nog nooit iemand van zijn stoel zien vallen van de vermoeidheid of van dorst of van honger. En ik zelf zing af en toe mijn liederen. Zo moeilijk is dat niet. En of ik daar blij mee ben? Natuurlijk!
Zoveel te beter, zeg. Maar laten we nu in oktober even de stilte in ons nederdalen, dan kunnen we in november weer beginnen feesten.

LUC DE VOS