DE TALENTENJACHT

Er is momenteel op televisie opnieuw een talentenwedstrijd waarin jonge mensen de kans krijgen voor een jury en ook voor de mensen thuis te tonen wat ze in huis hebben binnen het kader van de amusementsindustrie.

Ik kan dit enkel toejuichen. Hoe meer mensen de behoefte voelen zich aan te stellen op een podium, hoe beter. Dan richten zij tenminste geen ander kwaad aan. Wie op een podium staat de held uit te hangen is er niet mee bezig een terroristische aanslag te beramen. Hij is met slechts één ding bezig, en dat is zijn kunst. Er gaan stemmen op dat die talentenjachten voorbijgaan aan het echt artistieke. Dat echte artiesten er geen behoefte aan hebben te solliciteren naar een plek aan het firmament en zich daarbij het oordeel moeten genegen laten van een aantal bonzen die het voor het zeggen hebben in de amusementsindustrie. Dat is echter de normaalste zaak van de gehele wereld. Hoe denkt u dat Marilyn Monroe een wereldster is geworden? Door zich uit te sloven op allerlei audities, hopend op de goede wil van een of andere weerzinwekkende studiobaas die haar een kans zou geven.
Het romantische idee van de artiest die zijn zin doet komt in het echte leven zeker wel voor, maar dan als randverschijnsel. Het overgrote deel van alle entertainment die men in deze samenleving ontwaart bestaat enkel dankzij de goedkeuring van een paar mensen die het voor het zeggen hebben. Dat is nu zo en dat is altijd zo geweest. Daar helpt geen lievemoederen aan.
Het enige wat mij nog aan die wedstrijden verbijstert dat zijn die ouders van die jonge mensen. Ouders zijn in de loop der tijden fans geworden van hun eigen kinderen. Dat bestond in mijn tijd niet. Integendeel, ouders werkten hun kinderen tegen. Want kinderen waren een bende onnozelaars die altijd maar de verkeerde dingen deden. De ouders dienden dat gedrag bij te sturen, desnoods met geweld. Dat heb ik altijd de normaalste zaak van de wereld gevonden. Ouders hadden van alles meegemaakt en die kinderen nog niet. Wie zou het beste geïnformeerd zijn? Die ouders natuurlijk. Vandaar mijn gezagsgetrouwheid die uit dit soort ijzeren logica geboren is. Tegelijk koesterde ik jegens mijn ouders een gezond wantrouwen want die oude zakken die mochten dan wel de waarheid in pacht hebben maar zo slim zagen ze er ook weer niet uit en misschien vergisten zij zich wel. Ouders vonden hun kinderen nietsnutten en luilakken die het nooit ver zouden brengen in hun leven. Het was alleen hopen dat ze enigszins hun best deden op school en dat ze later aan een schone plaats zouden geraken en zonder veel miserie hun jonge leven zouden doorspartelen. Kinderen konden in die tijd nog in hun ongeluk lopen. Dat bestaat nu niet meer, in uw ongeluk lopen. Zelfs de grootste luiaard en asociaal wordt opgevangen door een sociaal netwerk en dat is maar goed ook. De meeste kinderen hebben tegenwoordig trouwens rijke ouders. Waarom nog de strijd aangaan met een uitzinnig lot, met een wereld die geen kansen biedt? Integendeel, deze samenleving biedt de jeugd veel te veel kansen. Onder andere ook de kans om beroemd te worden.
En nu doet zich inderdaad het eigenaardige verschijnsel voor dat ouders de grootste fans zijn geworden van hun eigen kinderen. Ik heb het zondag nog gezien op VTM. Een vader stond te huilen van blijdschap omdat zijn zoon geselecteerd was voor de volgende ronde. Ik voelde mij op dat moment niet echt goed worden. Ik moest denken aan mijn eigen vader die al lang dood is. Hij was een eenvoudige arbeider en keuterboer. In normale omstandigheden zou mijn vader mij kreupel hebben geslagen mocht ik hem ooit gezegd hebben dat ik zanger wilde worden van een groepje. Maar nu trachtte ik het volgende tafereel in mijn geest te doen verschijnen: mijn vader, proper gewassen in zijn zondagse kostuum en met zijn plastron aan, daar zittend in het publiek bij de VTM. Hij aanschouwt zijn zoon, zijn nietsnut van een zoon, die tot niets anders in staat is dan het zingen van een lied. Mijn vader die daar staat te juichen voor zijn zoon die gel in zijn haar heeft gesmeerd en die zich dient te buigen naar de wetten van mensen die het voor het zeggen hebben in de amusementsindustrie. Mijn vader die dan in huilen uitbarst omdat zijn zoon geselecteerd werd voor de volgende ronde.
Ik trachtte met alle macht dit beeld in mijn geest op te roepen maar mijn hersenen waren niet in staat dit soort weerzinwekkendheden voor mijn ogen te toveren.

LUC DE VOS