DE ROES VAN HET HEDEN

(over bescheidenheid)

Vorige maand nam ik deel aan de bekende televisiequiz ‘De Pappenheimers’. Die quiz won ik op één been want ik weet nu eenmaal zowat alles. Zelfs de meest nutteloze wetenswaardigheden. Ik weet bijvoorbeeld dat het woord schaakmat is afgeleid van de Arabische uitdrukking Ash Shah Mat, wat betekent: de koning is dood. Weinig mensen weten dat!

Mijn panelgenoten, twee jonge kerels, waren door het dolle heen. Ze hadden een pak poen gewonnen. Ikzelf, de bekende Vlaming in het panel, kreeg slechts een boterham met salami en een glas limonade. Die bekende Vlamingen die zijn toch al rijk, moeten de producers gedacht hebben. Op die manier word ik natuurlijk nooit rijk. En dat is maar goed ook. Mocht ik geld hebben, ik zou toch maar in mijn ongeluk lopen.
Een van mijn medekandidaten stond met tranen van ontroering in zijn ogen: ‘Maar, Vos, hoe komt het toch dat u zo intelligent bent’, vroeg hij. ‘En u bent ook zo mooi en getalenteerd en de mensen zien u allemaal graag. Hoe kunt u toch zo bescheiden blijven?’
Ik sprak: ‘beste vriend, luister eens goed. Ga er eens voor zitten, ik zal u uitleggen hoe dat komt. Goed opletten, kerel, dan leert gij ook wat bij op geschiedkundig en filosofisch vlak. Gij zijt nooit te oud om te leren, vrolijke losbol die gij zijt!’
‘De wereld zit als volgt in elkaar: in deze hooghartige hedonistische samenleving wentelen wij ons als onbesuisde kinderen in de roes van het heden. Wie, zo vraag ik u, wenst nog in het licht van de toekomst te leven. De mensen, zij leven maar raak en denken niet aan morgen. Dit heeft te maken met de zekerheden die onze geëvolueerde samenleving biedt. In elk tijdvak bespeurt men als het ware het eindpunt der geschiedenis. In de Middeleeuwen was het systeem voor iedereen duidelijk. De aarde was door God geschapen en dit uit liefde voor de mensenkinderen die hij uit het paradijs had verdreven. Wij waren in dit ondermaanse geworpen om te lijden en de hemel of de hel te verdienen. Slechts een paar honderd jaar later, met de komst van de Verlichting, de Franse Revolutie, het Vooruitgangsdenken, vond men die zekerheden plots flauwekul en werd het buitenaardse grotendeels afgeschaft.
Nu, alweer een paar honderd jaar later, zijn de mensen de laatste flarden van het sprookje uit Gods liefdevolle toverwereld vergeten. Net zoals in de Middeleeuwen zijn wij aan een nieuw eindpunt in de geschiedenis gekomen. Het echte systeem is eindelijk duidelijk, dat heeft de wetenschap ondertussen bewezen. Wij zijn een kleine, zwervende, toevallig biologische planeet op weg naar nergens in een zinloos universum. De toekomst bestaat niet, het verleden is weggevaagd. Er is enkel het heden als een zich eeuwig hernieuwend eindpunt.’
Hier liet ik een stilte vallen.
Toen hernam ik: ‘Toch is dit een in wezen uiterst hooghartige levenshouding. Wij voelen ons de koningen der geschiedenis. Na ons komt er niets meer, behalve de nieuwe zondvloed. Wij hebben de natuur en de menselijke geest overwonnen. Wij weten alles.’
Ik keek mijn vers verworven vriend diep in de ogen: ‘Nu vraag ik u. Is dat wel zo, jongeman? Weten we werkelijk alles? Laten we toch bescheiden blijven. Zou het niet kunnen dat we met de mensheid pas aan het begin van een groot avontuur staan waarbij we terug naar de kern van onze ziel gaan speuren en wij misschien opnieuw het goddelijke en de eeuwige liefde kunnen ontdekken wanneer we heel hard ons best doen en niet als kinderen in het heden blijven leven en blijven werken aan de toekomst.’
Mijn vriend was ondertussen in tranen uitgebarsten. ‘Vos, ik begrijp het niet helemaal maar u kunt het toch werkelijk fantastisch uitleggen, hoor. Mijn dank daarvoor. Ik ben er ondersteboven van. Ik ga in het vervolg ook iets maken van mijn leven’
Ik zei: ‘uw best doen is niet genoeg, beste vriend, gij moet er voor uzelf de zweep opleggen, anders komt gij nergens.’
Toen ging die jongen snikkend van mij heen, de toekomst en een beter leven tegemoet en dit allemaal dankzij mijn heldere inzichten. Ja, dankzij mij. Vos, dus. Men moet ook niet eeuwig bescheiden blijven.

LUC DE VOS
FEBRUARI 2003
VOLGENDE KEER: ijver/vlijt