DE AANBIDDING VAN DE RAM

Van die grote gevoelens en zo, daar ben ik allemaal geen echte voorstander meer van. Ik heb het gezien en bekeken en ik heb er zo langzaam aan wat genoeg van, voor mij hoeft het niet meer zo nodig. Ik bedoel, kom het toch allemaal halen, je mag het hebben en je mag het houden, wat moet ik er mee ?

Je moest een plan maken, zeiden ze op de school, en dan moest je verder, altijd maar verder. Waarheen toch, in godsnaam ? Jongens, ik heb het geprobeerd hoor, ik heb echt op een bijna lachwekkend hartstochtelijke manier een aantal pogingen ondernomen om te leven in de echte wereld en onder de mensen, weet je wel, maar ik vond het zo’n vervelend gedoe allemaal. En ook vermoeiend natuurlijk, lastig jongens, lastig. Want je diende eigenlijk constant tegen iedereen te liegen dat je er zwart van zag en dat was niet alleen heel lelijk, je had er ook een dagtaak aan om te onthouden waarover je tegen wie had gelogen want soms diende je voor verschillende mensen verschillende leugens op te dissen. Ik had eigenlijk voor elk individu apart wel een leugen klaar. Zo had ik ooit – het was in de tijd dat ik als freelance ijskelderwitter aan de bak kwam – om indruk te maken op iemand waarvan ik wilde dat die van mij hield en in wier buurt ik graag vertoefde, aan die persoon had ik wijsgemaakt dat ik reporter was voor allerlei kranten. Dat leek mij wel een eerbaar beroep. En dan verzeilde ik, alsof de duivel ermee gemoeid was, in situaties waarbij die persoon dan samen met mij een ontmoeting had met mensen die wel van mijn ware beroep op de hoogte waren en dan moest ik met een rooie kop en met het bloed in mijn schoenen, opnieuw verse leugens gaan verzinnen om de eerdere leugens in een ander, meer geloofwaardig perspectief te plaatsen, wat van mijn geest op den duur een bijna literaire creativiteit begon te vergen. Ik diende ook voortdurend verhalen te verzinnen over allerhande relaties die ik dan bij wijze van spreken onderhield met allerlei lekkere meiden. Om een of andere reden had iedereen toen relaties met van die lekkere meiden, dus wat moest je anders doen om niet hevig uit de toon te vallen. Want hoewel ik in die tijd bijna letterlijk werd gestuurd die een aantal ledematen in de buurt van mijn buikstreek en ik al bijna woest werd bij het zien van een naakte tafelpoot, laat staan van een half ontblote kuit, toch bleven mijn pogingen om dat hele lustengedoe eens in werkelijkheid te beleven, vruchteloos. Ik zou hierbij trouwens toch eens een oproep willen lanceren om te vragen of iemand me dat nu eindelijk eens zou willen komen uitleggen hoe je dat in godsnaam ook aan boord moet leggen.
Nu goed, dit zijn allemaal van die belegen, melige jeugdherinneringen en God weet dat we daar onze buik van vol hebben. Maar volgende keer dan schrijf ik wel eens bijvoorbeeld een lekker vunzig griezelverhaal over een aantal afvallige nonnen die in een duistere abdij de Ram of iets dergelijks aanbidden, dan heb je lol. Ik bedoel, ik verzin altijd wel wat, het is allemaal niet zo moeilijk. En verder dienen we te berusten in stille dankbaarheid, dat is immers nog het eenvoudigste.
Maar van dat liegen, daar heb ik dus allemaal wel diepe spijt van maar gedane zaken nemen geen keer. En trouwens, wie veel heeft liefgehad zal veel vergeven worden, heb ik ergens gelezen. Een ding wil ik echter na die lange tijd toch eens rechtzetten. Al die jaren lang ben ik steeds een hevige fan geweest van Kylie Minogue, terwijl dat eigenlijk als bij wet verboden was door heel die politiek correct denkende journalistenschaar. Dat mocht dus niet, fan zijn van Kylie want het was een door de commercie gegenereerde soaptrut. En God weet dat ik meehuilde met de wolven in het bos en mijn lieve, kleine Kylie meerdere malen heb verraden door haar op allerlei sociale evenementen een domme kwekeend te noemen terwijl mijn hart bloedde en ik des nachts ten onder ging in tranen en diep naar haar wijze handelingen verlangde. Daarom, Kylie lieverdje, al kun je mij wellicht niet horen, en hoewel de wereld onze liefde versmaadt, wil ik je van hier uit melden dat ik je liefheb en dat ik je mis. Ooit, dan komen wij samen.