HIER SPREEKT MEN NEDERLANDS
Onlangs werd er door een aantal bevoegde instanties een nieuw soort muziekprijzen in het leven geroepen: de M.I.A.’s: de Muziek Industrie Awards.
Onlangs werd er door een aantal bevoegde instanties een nieuw soort muziekprijzen in het leven geroepen: de M.I.A.’s: de Muziek Industrie Awards.
Zondag bezocht ik hier in Gent de Emile Claustentoonstelling. U kent hem wellicht, Emile Claus, de in de negentiende eeuw geboren Latemse schilder.
Eeklo: de metropool van het Meetjesland. Toch toen ik jong was. Eeklo was in onze ogen, de boeren van de kanaalzone, een grote verre stad, vol met succesvolle, rijke mensen zonder al te veel valse bescheidenheid. Ze hadden zelfs een eigen discotheek: de Rodeo, een mythisch oord waar ik als kind over droomde. De Rodeo is al lang geleden afgebroken.
Al dat nieuws in de gazet en op de radio en de TV. Is dat echt allemaal nodig? Ik denk dat de mensen zich minder druk om alles zouden maken als er niet zoveel nieuws was.
De mensen denken dat ik een rebel ben omdat ik in een rockbandje speel en dat ik de regels van de samenleving aan mijn laars lap.
Het is bijna onvoorstelbaar maar elke dag luisteren er ’s morgens om acht uur twee miljoen mensen naar het politieke duidingsprogramma Voor De Dag. Echt waar. Dat is dagelijks twee keer de kijkdichtheid van FC De Kampioenen en zevenhonderdveertig keer de luisterdichtheid van Studio Brussel. Maar goed, Studio Brussel is dan ook een elitaire zender die er scherp op toeziet dat de programma’s zodanig vermoeiend en ingewikkeld en grensverleggend zijn dat niemand van het gewone gespuis dat bijvoorbeeld voor de CVP stemt het ooit in zijn hoofd zou halen die zender op te zetten.
Het blijft oppassen geblazen wat betreft de intermenselijke verhoudingen.
Mede ook dankzij de steun van het feestcomité zijn wij er met Gorki alweer in geslaagd voor de zoveelste keer de beste CD te maken die er ooit in het kiesdistrict Gent-Eeklo werd ineengetimmerd want de liedjes op de plaat zijn allemaal zeer zeer goed.
Zeg gasten, u moet zich niet te veel zorgen maken in verband met het nieuwe millennium. Zo moeilijk wordt het niet. Braaf op onze stoel blijven zitten en niet te veel van ons oren maken. Vooral niemand angstig in de ogen kijken, daar heb ik al veel miserie mee verkocht, met iemand angstig in de ogen te kijken. Die miserie dateert, zo vermoed ik met enige zekerheid, van vlak na mijn geboorte.
Ben ik de laatste van deze generatie mooie jonge mensen die nog honger heeft gevoeld en kou heeft geleden? Niet dat ik er trots op ben want het is beter van rijk en gelukkig te zijn dan arm en ongelukkig.
Iemand zoals ik die weet wat honger en koude zijn die kan de gorilla’s en de ijsberen van deze aarde recht in de ogen kijken. Ik ben illusieloos. Ik begrijp de natuur. De dierenwereld wordt bevolkt door miljoenen spijsverteringstelsels op poten of met vleugels die, niet bewust van hun eigen wezen, in een permanente staat van oorlog op zoek zijn naar brandstof voor de maag. Mocht ik een cynicus zijn, dan zou ik verklaren dat Gods schepping niets meer is dan een verzameling vreetmachines. Maar godzijdank ben ik geen cynicus. Wanneer ik ‘s morgens gewekt word door het fluiten van de merel dan beschouw ik dat als de roep van de lente, het begin van een blijde dag en niet als de territoriumafbakening van een biologische entiteit. Ik ken de werkelijkheid maar ik verkies te leven in de droom. Dat is typisch voor katholieken. Maar ik ben niet onnozel natuurlijk. Ik ben mij bewust van het bestaan van gorilla’s en ijsberen. Ik tracht dus zo ver mogelijk uit de buurt van deze ondieren te blijven, zelfs wanneer zij opgesloten zitten. Net zo weinig als ik zin heb om in een vliegtuigcrash om te komen, zo weiger ik ook ten onder te gaan in een gevecht met een dier dat tien keer zo groot en krachtig is als ik. Ik wil wel de strijd aangaan, maar het moet eerlijk blijven. Een mep ontvangen van een gorilla, tweehonderd kilogram spieren, dat is hetzelfde als overreden worden door een auto die vijftig kilometer per uur rijdt, zo luidt het. Over de ijsbeer las ik het volgende in de gazet: ‘alle experts zijn het over eens dat het schattige ijsbeertje en mediaverschijnsel Knut dat onlangs geboren werd in de Berlijnse dierentuin een erg gevaarlijke ijsbeer wordt en op zich is dat niet zo erg omdat ijsberen altijd gevaarlijk zijn en dus meestal goed achter slot en grendel zitten.’ Ik heb vroeger eens een boek gelezen en dat heette: Logica voor idioten. In dit kader dienen wij deze uitspraak te plaatsen, zo meen ik. Mensen zoals ik die weten wat honger en kou is mijden op een gezonde en natuurlijke wijze het gevaar. Zo ga ik bijvoorbeeld nooit uit eigen initiatief in een vliegtuig zitten en kom ik nimmer in de buurt van dieren die mij willen opeten omdat zij mij terecht beschouwen als tachtig kilo wandelende mensapenbiefstuk met een lekker randje vet eraan en vitaminerijke ingewanden. De mensen zijn iets kwijtgeraakt dat ik zou willen omschrijven als een gezond wantrouwen. Wie nooit kou en honger heeft geleden kent de gevaren niet die ons beloeren. Wanneer ik op maandag rond een uur of tien in de ochtend door de Veldstraat loop omdat ik denk dat ik op mijn gemak een keer naar de platenwinkel kan gaan zonder al die drukte om mij heen, dan kan ik er niet door van het volk. Moeten die mensen niet werken op maandag? Ik steek ook heelder dagen geen poot uit maar dat komt omdat ik zanger ben en zangers moeten alleen maar op zaterdagavond werken, dat is bekend, waarom er over zeuren? Mensen die afgunstig zijn op mij moeten dan ook maar zanger worden, ik wens hen veel succes. Neen, die winkelwandelstraten, daar is geen doorkomen aan, dag in, dag uit. En de terrassen zitten vol. Vol met mensen die niet weten wat honger en kou is en ijsberen en gorilla’s leuke dieren vinden. Al die kantoren en die fabrieken die worden in gang gehouden door een bende kabouters. Studenten kunnen nu ook studentenkoten huren met een garage erbij zodat ze na de les nog snel even naar huis kunnen rijden met hun autootje dat ze van pappie en mammie hebben gekregen want pappie en mammie zijn hun beste vrienden. De motor van een auto werkt met zuigers die in cilinders in beweging worden gebracht door een mengsel van lucht en brandstof dat tot ontploffing wordt gebracht door een elektrische vonk uit een bougie. Maar ook dat weten de mensen niet meer, alles gaat immers vanzelf.
LUC DE VOS
Iedereen was mijn naamdag vergeten. De heilige Lucas wordt gevierd op achttien oktober. Lucas, de patroonheilige van de schilders en de artsen. Vroeger kreeg ik altijd een stuk chocola van mijn broer want dat is een schilder. Maar dat gebruik is ook allang verdwenen.
(over bescheidenheid)
Vorige maand nam ik deel aan de bekende televisiequiz ‘De Pappenheimers’. Die quiz won ik op één been want ik weet nu eenmaal zowat alles. Zelfs de meest nutteloze wetenswaardigheden. Ik weet bijvoorbeeld dat het woord schaakmat is afgeleid van de Arabische uitdrukking Ash Shah Mat, wat betekent: de koning is dood. Weinig mensen weten dat!
Ik had een plan. Ik zei tegen mijn maat Rocky dat ik goesting had om een keer enorm veel te gaan eten, niet zo maar een klein beetje, maar echt enorm veel, dat kan enorm deugd doen.
Hoe zou het eigenlijk nog zijn met Prinses Caroline van Monaco? Ik hoor of zie die niet meer. Ze is getrouwd met een Duitser geloof ik, en ze heeft ook een paar kinderen. Die kinderen, dat moeten de gelukkigste mensen van de wereld zijn.
Ik bevond mij te Brugge alwaar ik aanwezig was. Ik ben hier aanwezig stond ik voortdurend te bedenken maar ik ben vergeten waarom. Dat kan toch niet dat ik voor de lol naar Brugge ben gekomen dacht ik, met mijn ziel vervuld van wanhoop. Anders was ik toch thuisgebleven.
‘Mocht ik een wens doen, dan zou ik wensen dat ik rijk was,’ zo sprak mijn vriend Rocky tot mij.
Ik liep vorige zomer voorbij Obius, een nogal dure klerenwinkel waar ze onder andere Prada verkopen. Ik zag een vrouw van, naar ik vermoedde, een jaar of zeventig naar buiten komen.
Hoe meer zielen, hoe meer volk. En hoe meer vreugde, hoe meer lol wij kunnen trappen, dat moet u immer voor ogen houden.
Wat men niet merkt op die prentkaarten uit vroeger tijden dat is de geur van de stal, van de straat, van de goot en het kanaal.
Gisterenochtend ontwaakte ik in het Baudelopark. Ik was nog niet goed wakker of mijn geest was reeds ten prooi aan allerlei waanzinnige gedachten.
Ik zit hier in de krant De Standaard de Boeken-Toptien te bekijken en ik merk dat mijn nieuwe literaire meesterwerk De Volksmacht virtueel op nummer één staat.
Zo zag Jezus eruit, tweeduizend jaar geleden. Er bestaan nochtans geen foto’s van hem. Zijn beeld werd in de loop der eeuwen gevormd door duizenden kunstenaars en stolde tot dit aanschijn van de slanke jongen met de tere trekken en het golvende lange bruine haar en de blauwe ogen. Een hippie uit Woodstock.
Jongens, luister eens hier. Ik ga mij nergens mee bemoeien maar als we nu eens gewoon de crisis afschaften. Schaf de crisis af, zeg ik u. Zo moeilijk kan dat toch niet zijn. Ze hebben toch ook de slavernij en de stoomlocomotief afgeschaft.
Soms moet ik in Eeklo zijn, ik kan er ook niet aan doen. Sommige zaken zijn onvermijdelijk.
Ik ben niet meteen een uitblinker in het sociaal verkeer. Ik heb vaak het gevoel dat ik op café buiten gekeken word. Zeker de jongste tijd.