DE DOMME MASSA
Misschien zijn wij met zijn allen toch dommer dan we denken. Ik merk dat ook bij mijzelf. Ik geniet vooral van eenvoudige dingen.
Misschien zijn wij met zijn allen toch dommer dan we denken. Ik merk dat ook bij mijzelf. Ik geniet vooral van eenvoudige dingen.
Mijn vriend Rocky had dan toch een methode gevonden om een onmetelijke rijkdom te verwerven. Het stond nu voor hem vast: Rocky ging stand-up comedian worden.
Tot aan mijn twintigste had ik nog nooit een boek gelezen. Wij waren met negen thuis en wij keken naar de televisie, zoveel en zo lang mogelijk.
Tien jaar geleden ben ik plots door toedoen van het toeval en door veel tot Jezus te bidden wereldberoemd geworden. Van in het putje van Limburg tot diep in de red-neckcountry van de Westhoek. Overal word ik met open armen en onder luid gejuich door de massa onthaald. ‘Vos is daar!,’ roepen ze, ‘nu gaan we ons eens goed kunnen amuseren qua entertainment.’
Mijn maat Rocky was afgunstig op mij. Ik stond alweer met mijn kop in de gazet omdat ik een zoveelste cultuurproduct had afgescheiden: de roman De rest is geschiedenis, een verpletterend meesterwerk. Ik was ook op de regionale zender AVS geweest. Ik stond op het toppunt van mijn wereldse roem vorige week.
Ik had het in deze uitstekende krant vorige week over die heerlijke Natalia, dat meisje van Idool 2003. Ik zag haar nog deze week in de Story staan. Ze heeft inderdaad wel een lichaam dat spontaan lustgevoelens oproept bij enigszins heteroseksuele mensen zoals ik. Ik hou niet zo van die graatmagere topmodellen. Bij mij mag er gerust een beetje vlees aanzitten.
Er is weer van alles gebeurt waar ik geen deel aan had. En hebben we er wakker van gelegen in ons knusse bedje? Eigenlijk wel. De boeren hebben weer ongelofelijk veel lawaai gemaakt. Vooral ’s nachts met van die gigantische bulldozers door de maïs.
Vroeger, toen ik er nog niet met een zekere stelligheid van overtuigd was dat het allemaal nooit meer goed zou komen en ik me nog in allerlei feestgedruis dorst te storten onder het motto van je weet godverdomme maar nooit waar het allemaal goed voor is, dan kwam ik bijvoorbeeld vaak dronken thuis nadat ik eerst uren en uren al waggelend op de fiets de wegen had onveilig gemaakt op de terugweg huiswaarts.
Onlangs bevond ik mij te Amsterdam om er mij volledig met mijn eigen zaken te bemoeien.
Richt u slechts op het goede, wees elke dag dankbaar voor het leven dat u in de schoot wordt geworpen. Koester geen wrok om gisteren. Leef in een wereld zonder waanbeelden. De heer Friedrich Nietzsche, een Duits filosoof, noemt dit streven, met een Latijnse term het Amor Fati, de liefde tot het lot.
Zelzate, gruizelige fabrieksstad. Ik was er vanuit mijn lieflijke stede Gent heengegaan om er in deze donkere dagen mijn licht te doen schijnen.
Ze kwamen van de gazet een vraaggesprek voeren met mij en ze vroegen wat mijn favoriete plek was in Gent en ik antwoordde spontaan: De Graslei.
Het was een nacht in Gent. De Gentse Feesten waren nog niet begonnen maar de Vlasmarkt stond al vol met volk. Ik stond er bij en ik keek ernaar.
Gaat het sneeuwen deze winter? Het zal mij een zorg zijn. Mijn gevoel voor sneeuw ben ik helemaal kwijtgeraakt. Het gebeurde twintig jaar geleden toen ik bij het leger zat in Duitsland.
Mijn gedachten ordenen, daar heb ik het zo verdomd moeilijk mee. Ik zit voortdurend over van alles na te denken.
Jaren geleden, toen ik nog lid was van de taaladviescommissie, kon ik mij zo vreselijk opwinden over al die reactionaire spellingsconservatoren met hun misplaatste respect voor onze heilige Nederlandse taal en haar aanhangsel, de eerbiedwaardige spelling die de spontaan gegroeide eindfase zou zijn van een eeuwenoud proces van allerlei culturele invloeden waar we met onze postmoderne, verwaande tengels af moesten blijven.
Soms moet ik mij noodgedwongen van huis begeven. Dan moet ik ergens in het land een feest gaan opluisteren met mijn gezeik. In de meeste gevallen krijg ik daarvoor een loon uitbetaald zodat het leven alweer verder kan gaan en ik alvast de volgende dagen niet hoef te tobben of er morgen nog brood op de plank zal zijn.
Ik had u in de loop van dit gezegende jaar nog een aantal heel belangrijke dingen willen vertellen maar het is er nooit van gekomen. En Club Brussel loopt vandaag op zijn einde en nu is het te laat natuurlijk.
Seks is zeldzaam. U moet er eens beginnen op letten. In bijna alles wat mensen doen komt geen of weinig seks te pas. Ik diende hier bijvoorbeeld gisteren om negen uur aan de Dampoort de trein naar Antwerpen te nemen. Ik had daar afgesproken met mijn Antwerpse maat, Freddy Mommens. Hij had een fantastisch plan om eindelijk rijk te worden. We moesten er een keer over praten.
Mag ik iedereen nogmaals vragen mij geen geschenken te geven met kerstdag en nieuwjaar. Ik moet niets meer hebben. Ik heb al alles wat mijn hartje verlangt wat het tastbare betreft.
Hoewel ik angstvallig voor de buitenwereld tracht staande te houden dat ik een soort van stabiel leven lijd word ik soms genoodzaakt, bijvoorbeeld daartoe aangemaand door overheidsinstanties, te bekennen dat ik nog steeds zoals vroeger als een zwerver door het leven ga.
Toen we met de fiets door Sint-Denijs-Westrem reden, na een lange, gezonde winterwandeling in de bevroren en besneeuwde Latemse Meersen, sprak mijn kind: ‘is dit hier een cowboystadje?’
Ik ging vorige week naar de première van de nieuwe voorstelling van Tom Lanoye, Veldslag voor een man alleen. Ik had toch niets anders te doen. Ik kon kiezen: ofwel in café De Video gaan zitten dromen bij een paar duvels, ofwel die monoloog van Tom Lanoye gaan aanschouwen.
De persconferentie van eerste minister Verhofstadt stond deze week in het teken van een round-up van de belangrijkste politieke en economische gebeurtenissen van het voorbije jaar.