Vooruit – uitgelezen
Zo’n drie jaar geleden werd nagenoeg heel West-Europa overspoeld door die verschrikkelijke nieuwe munt de Euro.
Zo’n drie jaar geleden werd nagenoeg heel West-Europa overspoeld door die verschrikkelijke nieuwe munt de Euro.
Af en toe maak ik, in ogenblikken van woede en verbittering, gedichten. Want eigenlijk ben ik van oorsprong een dichter. Ik schrijf al gedichten van mijn tien jaar trouwens. Reeds op die jonge leeftijd had ik het therapeutisch effect van een gedegen liefdesgedicht ontdekt. Toen ik elf was begon ik dan plots romans te schrijven. Ik schreef een dozijn avonturenverhalen voor kinderen.
Het komt altijd allemaal op hetzelfde neer: ik doe iets jij zegt iets en ondertussen zijn we weer goed bezig geweest en hebben we ons niet verveeld. Er is van alles gebeurd en alleman is content. En verder is het mijn taak allerhande chiromeisjes te entertainen op zaterdagavond, anders niet. Daaruit put ik de vreugde die mij gaande houdt.
Wederom is een nieuwe lente ontsproten en hebben wij de winter overleefd.
Een deel van mijn volk wil ik zijn. Wat is er schoner en edeler deel uit te maken van een volk dat vol vreugde in eendracht de komst van de lente viert.
In mijn leven gebeurde er iets erotisch. Het was op een zondagnamiddag. Ik was net naar de opera geweest. Naar ‘Het Rijngoud’, het voorspel tot de trilogie ‘De Ring van de Neveling’ van Richard Wagner.
Popmuziek maken is helemaal niet moeilijk. Laat u niets wijsmaken door al die wijsneuzen. Ik zelf doe het al jaren. Met tonnen succes. De mensen zien mij graag. Overal waar ik kom word ik vrolijk toegejuicht. ‘Wees welkom, goede vriend, roepen ze, en wat zal het wezen? Champagne, wodka, drugs of een boterham met kaas, misschien?‘
De internationale eretitel Man van het jaar 2001 zal deze keer ongetwijfeld toegekend worden aan Marjan de leeuw. Ik begrijp ook niet waarom hij Marjan heet, maar het is wel een echte mannetjesleeuw.
Ik zou al die studenten die willen ingaan op de uitnodiging van Paul Jambers om hen gedurende een jaar te volgen in hun doen en laten willen waarschuwen: betrouw die gast niet. Hij is naarstiger dan ooit op zoek naar gestoorde mensen die hij dan belachelijk kan maken in zijn programma.
In Vlaanderen vindt hij nauwelijks nog slachtoffers. In het begin ging het nog.
Ik ga nu mijn dertigste Gentse Feesten in. In 1977 was ik er bij als beginnende puber. Sindsdien heb ik geen dag meer gemist.
Ik zie langs de baan veel van die affiches die oproepen om naar een bepaald televisieprogramma te kijken waarin bekende Vlamingen aan het dansen gaan, hetgeen mij deed denken aan de danslessen die het Sint-Lievenscollege organiseerde in mijn tijd.
Ik heb de zomer alweer overleefd. Het was een schone zomer. Maar elke dag is voor mij sowieso een geschenk. Ik ben elke ochtend blij dat de zon opkomt, helemaal gratis. En dat wij daar bijvoorbeeld niet elke keer opnieuw een mensenoffer moeten voor brengen.
Wij waren in staat alle zenders uit heel Europa te ontvangen. Vreemde plekken waar niemand ooit zou komen: Beograd, Helsinki, Praha, Andorra, Tunis. Was het de bedoeling geweest van de ontwerpers van deze radio’s de broederschap onder de volkeren te bevorderen?
Jongens toch, al die miserie in de wereld. Waar gaat dat eindigen. De mensen zien elkander niet meer graag. Vroeger deden de mensen tenminste nog iets voor elkaar. Als gij honger had dan gaven ze u een boterham en als gij zin had om sex te doen, dan boden de schone vrouwen zich vanzelf aan. Ik heb het zelf nog meegemaakt in mijn tijd. Ik was een eenzame verlegen jongen.
Men vraagt mij zo vaak hoe het komt dat de stad Gent tegenwoordig zulk een lichtend baken vormt binnen het Vlaamse cultuurlandschap. Ik ben zelf socioloog noch cultuurwetenschapper maar het antwoord ligt mijns inziens voor de hand: we hebben hier te maken met een enigszins verontrustende braindrain die enerzijds de op zich al schitterende stad Gent nog meer luister verleent maar anderzijds het Vlaamse binnenland dreigt leeg te zuigen.
Op vakantie gaan, dat doe ik niet graag. Ik weet dat ik met deze levenshouding veel mensen tegen de borst stuit.
Nergens zie je zoveel meiden in minirok als in Gent. Gisteren zag ik zelfs een meisje van zestig in een kort oranje jurkje kledingzaak Twiggy aan het Duivelssteen binnenstappen. Het was aan het motregenen, maar er hing een opklaring in de lucht, dus die dame had voor alle veiligheid voor de blote benen gekozen. Noem mij gerust een fan.
Nu is de glorieuze zomer voorbij en moeten wij ons storten in alweer een winter van discontentement. Aldus zou Shakespaere het eventueel formuleren. Schrijven, het is een vak.
Er is geen speld tussen te krijgen, tussen de redeneringen van Jean-Marie Dedecker.
Het is mijn taak als kunstenaar om de verbanden die binnen deze samenleving bestaan bloot te leggen en te doorgronden en deze verbanden te duiden voor mijn volk.
Mijn maat Rocky kwam zwijgend naast mij aan de toog zitten. Het leek alsof hij een spook had gezien, zo wit zag hij. Tegelijk scheen hij verzonken te zijn in een dromerig waken.
Zoals u misschien weet ben ik zanger van een popbandje. Als we gaan spelen zijn we met negen man op de baan. Vier muzikanten, twee roadies, een lichtman en twee geluidstechniekers.
In Amsterdam zit ik samen met Thé Lau in het kleine café aan de haven. Zijn eerste boek, een verhalenbundel, heet: ‘De Sterren van de Hemel’.
Vooral over dat ene verhaal, ‘Stella’, heb ik allerlei vragen in mijn hoofd die ik uiteindelijk allemaal overboord gooi.
Na afloop van een brede maatschappelijke discussie die wij hier de jongste maanden hebben gevoerd staat het nu definitief als een paal boven water: Soulwax is de beste groep van België, daarna komt dEUS en de derde beste groep is Noordkaap.