IN HET ZWEMBAD
Ik ging een keer gaan zwemmen in de Van Eyck. Dat was ondertussen al eeuwen geleden. Ze hebben het zwembad gerenoveerd en het is er nu eindelijk proper, zo mocht ik tot mijn vreugde vaststellen.
Ik ging een keer gaan zwemmen in de Van Eyck. Dat was ondertussen al eeuwen geleden. Ze hebben het zwembad gerenoveerd en het is er nu eindelijk proper, zo mocht ik tot mijn vreugde vaststellen.
(over gestrengheid)
Bij de bakker zag ik een jongetje. Een nogal rondbollig, bepaald onsympathiek ogend jongentje van een jaar of negen. Terwijl zijn moeder een taart bestelde trachtte hij voortdurend op de glazen toonbank te kruipen, een smeltende chocoladekoek in zijn ene hand, zijn hoogstpersoonlijke mobiel telefoontje in zijn andere. Zijn moeder stond er op te kijken en zei, louter voor de vorm: ‘Timothé, doe dat niet, lieveling, gij gaat eraf vallen.’ Dat jongentje luisterde toch niet, daar had deze vrouw zich al jaren geleden bij neer gelegd. De bakkerin zag met lede ogen hoe Timothé met zijn chocoladekoek de hele toonbank onder smeerde.
Ik heb twee dagen in de Culture Club gezeten. Resultaat: veel interessante, sterke vrouwen ontmoet en veel gratis champagne gekregen van allerlei vriendelijke mensen.
Ik heb mij weer goed geamuseerd deze week. Ik mocht bijvoorbeeld in de Ancienne Belgique in Brussel liedjes van Metallica gaan spelen. Dat was lachen geblazen. Alleen de fans van Metallica in de zaal konden er niet mee lachen.
Nu deze heerlijke lentedagen zijn aangebroken en iedereen op de terrassen in Gent van het zonnetje geniet en in de polaire bries een longontsteking zit op te doen, wil ik het toch even hebben over rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid. Mensen verwijten mij vaak dat ik zo ouderwets ben, zo conservatief zelfs, vooral op moreel vlak. Ik heb ooit een keer gezegd dat stoute kinderen een pak slaag verdienen.
Vorige vrijdag had ik de eer het mooie dorp Bavikhove in West-Vlaanderen te mogen ontdekken. Kunstschatten of historische gebouwen zijn er niet. De mensen zijn er arm maar uiterst gastvrij en hartelijk.
Ondanks zijn veel te lange haar
kreeg Rocky Smolders van nonkel een gitaar
hij leerde snel zijn drie akkoorden
en schreef een lied vol sombere woorden
Toen ik een kleine jongen was speelde de ploeg van ons dorp kampioen in vierde provinciale. Het was het jaar waarin Standard Luik landskampioen werd, en onze ploeg had dezelfde clubkleuren als Standard, rood en wit. Dat vond ik op dat moment een opmerkelijk feit. Ik ben toen gaan kijken naar de kampioenenviering. De ploeg moest nog een laatste match spelen maar ze waren al zeker van de titel. Zelf voetbalde ik niet en ik had er ook weinig belangstelling voor. Ik kroop liever in de bomen en verbeeldde mij dat ik Tarzan was. Ik was een echte bosaap. Maar die dag ging ik dus kijken, ik wilde delen in de vreugde van de kampioenen.
‘Indien u uw wagen nergens kwijtgeraakt moogt u gerust voor mijn garagepoort parkeren.’
Het was in die tijd, meer dan 3000 jaar geleden, dat de 1 aprilgrap werd uitgevonden, in een gebied ten oosten van de Middellandse zee.
Mede ook dankzij de steun van het feestcomité wil ik u hartelijk welkom heten op dit alweer zoveelste schitterende gebeuren dat in de provincie Limburg op het punt staat een aanvang te nemen. En dit allemaal dus dankzij de steun van het feestcomité. Zonder de uitdrukkelijke steun van het feestcomité zou dit gebeuren onmogelijk thans een aanvang hebben kunnen nemen en ik wil mij dan ook tot alle leden van het feestcomité in het algemeen maar ook tot elk van hen in het bijzonder richten en mede ook namens alle deelnemende verenigingen mijn dank aan hen betuigen en dit vanuit de grond van mijn hart.
Om mijn nieuwe prachtplaat verkocht te krijgen moet ik mijn mening over van alles te kennen geven in allerhande publikaties. Of dan vroegen ze onlangs bijvoorbeeld hoeveel ik vroeger masturbeerde en wat daarbij mijn favoriete fantasma was.
Ik zou twee dingen willen zeggen: Twee dingen. Voila, ik heb ze al gezegd. Ik kondigde toch aan dat ik twee dingen wilde zeggen en toen zei ik dus: twee dingen. Meer hoef ik er niet aan toe te voegen.
Ik ga voor Bruno Matthys stemmen want dat is mijn beste vriend. Hij staat als nieuwkomer op de negende plaats op de lijst van de SP.a voor de gemeenteraad. Het zal de eerste keer zijn dat ik voor de sossen zal stemmen. Ik stem al heel mijn leven voor de groenen. Voor de provincieraad zal ik op Groen! stemmen omdat ik hoop dat ik aldus een bijdrage zal leveren tot de redding van de planeet.
Ik had mijn maat Rocky al een hele tijd niet meer gezien. Misschien moest ik hem eens opbellen. Maar ik vind dat zo ingrijpend, naar iemand telefoneren.
‘Moppen met dieren erin, dat zijn de beste, Vos,’ zo sprak mijn vriend Rocky.
Ja jongens, het was mij inderdaad het millenniumpje wel, zeg. God jongens toch, wat een millenniumpje. Het was in vele opzichten het meest bewogen milleniumpje sinds mensenheugenis.
Nu is eindelijk het mosselseizoen aangebroken. Laat u niets wijsmaken: de herfst en niet de zomer is het jaargetijde der mosselen.
Ik ben naar Madonna gaan kijken in Amsterdam en het begon heel spectaculair. Ze kwam uit een discobol nedergedaald. Ik was onder de indruk, net zoals al die andere mensen in de zaal.
Mocht Stephenson vandaag op deze planeet wandelen en men zou hem een trein aanwijzen en vragen: ‘wat is dat ding hier, meneer?’, dan zou hij wellicht antwoorden: ‘nu ja, dat is, denk ik, een trein, een toestel dat ik tweehonderd jaar geleden ontwierp.’
‘Hij zit er nu al maanden over te zagen en ik ben op zoek naar één of andere idioot om met ons kind een keer naar Walibi te gaan,’ sprak mijn echtgenote zacht. ‘hebt gij soms geen goesting, Vos?’ Want mijn echtgenote noemt mij altijd Vos en dit in plaats van Luc. Ik had er bij haar nochtans op aangedrongen om mij bij mijn voornaam te noemen en niet bij mijn lapnaam omdat ik dat enigszins onbeleefd vind van harentwege naar mij toe maar ze noemt mij toch Vos en dit om mij te tergen.
Het is met Techno zoals met seksualiteit. Men wordt het in wezen nooit beu. Telkens wanneer men denkt: nu heb ik er genoeg van, is er toch weer die honger naar een nieuwe ervaring.
‘Mocht ik een wens doen, dan zou ik wensen dat ik rijk was,’ zo sprak mijn vriend Rocky tot mij.
Ik heb uw verhalen gelezen en de liefde waarmee u over onze goede stad Gent schrijft heeft mij diep getroffen. Het is een voorrecht, zo blijkt uit uw pennenvruchten, in deze stad jong te zijn en vrolijk de toekomst tegemoet te blikken.
